Lessen uit de EU: ‘One size fits all, werkt niet’


‘Ik denk niet dat het in Europa mogelijk is dat onze president zegt: “we doen het op deze manier”, en dat dan iedereen zegt: “Ja, laten we dat doen.” Zo werkt de Europese Unie niet. Dat kan misschien in China, maar niet bij ons. Maar los van dat cultuurverschil, denk ik ook dat onze aanpak veel beter beklijft. We stoppen veel energie in het bij elkaar brengen van verschillende initiatieven, dat kost tijd, maar daarmee hebben we een veel sterkere basis dan de top-down-aanpak die je in andere delen van de wereld ziet.’

Dit is een verslag van de lezing die Eddy Hartog hield tijdens onze online mission naar de Europese Unie. Bekijk de video boven dit bericht voor de hele lezing. Deze missie werd georganiseerd op verzoek van RVO en het Ministerie van BZK. Voor meer informatie kijk hier.

Eddy Hartog is hoofd van de Unit Smart Mobility and Living bij de Europese Commissie. In de online mission naar Brussel, vertelt hij over de Europese manier om tot smart city’s te komen. En die manier gaat van onderop. Ruimtelijk beleid in Europa, zo vertelt hij, is nooit Europees. Het is soms landelijk, maar meestal lokaal. Dat geldt ook voor smart-city-beleid en smart-city-oplossingen. Die worden van onderop ontwikkeld. De rol van de Europese Commissie is om die initiatieven te verbinden en te laten samenwerken. Daarom staat de ontwikkeling van dataplatforms centraal. Het delen van data en het borgen van de kwaliteit van data staat centraal. ‘Als je wil dat mensen dingen samen doen, moet je de basis op orde hebben en die basis ligt in de kwaliteit van data.’

Verklaring: Living in EU
Om dat te bereiken is de Verklaring van Porto (Living in EU) opgesteld waarmee deelnemende overheden (gemeenten, regio’s en landen) het belang onderstrepen dat het draait om ‘de invoering en opschaling van open, interoperabele, sector- en grensoverschrijdende platforms ter bevordering van de digitale transformatie. Zo zal worden bijgedragen tot de technologische soevereiniteit van de EU en de cocreatie van digitale oplossingen die onze steden en gemeenschappen niet vastketenen aan specifieke technologieën.’

Met de verklaring worden volgens Hartog de kaders gesteld. Die zijn vastgelegd in zes principes. Zo stelt de verklaring de burger centraal; ligt het initiatief bij gemeenten die (volgend principe) worden gezien als een burgergestuurd en open innovatie-ecosysteem. Het vierde principe benadrukt het belang van ethische en maatschappelijk verantwoorde toegang tot en gebruik, uitwisseling en beheer van data. Daarin zijn technologieën belangrijke aanjagers. En als laatste principe, er wordt gewerkt aan interoperabele digitale platforms op basis van open normen en technische specificaties, applicatieprogramma-interfaces (API’s) en gedeelde datamodellen.

Altijd bottom up
Sinds het opstellen van de declaratie is die door 68 overheden getekend. Het de ambitie van Hartog dat dat er veel meer worden. Uiteindelijk zou ik willen ik dat alle gemeenten in Europa hier hun handtekening onder zetten. Maar ook nu is de verklaring een succes, vindt hij, omdat de neuzen dezelfde kant op worden gezet. Europees denken is altijd bottom up – one size fits all, werkt niet – maar te vaak betekende dat ook dat er binnen landsgrenzen werd gedacht, wat er toe leidt dat een goed initiatief uit het ene land niet werkt in de rest van Europa. Dat doorbreken we hiermee.

Dit is een verslag van de lezing die Eddy Hartog hield tijdens onze online mission naar de Europese Unie. Bekijk de video boven dit bericht voor de hele lezing. Deze missie werd georganiseerd op verzoek van RVO en het Ministerie van BZK. Voor meer informatie kijk hier.