Ons verhaal voor Barcelona 2023


Dit zou ons gezamenlijk verhaal kunnen zijn voor Barcelona. Van Nederland voor de wereld.

Nederland is wereldwijd beroemd om zijn stedenbouwkundige traditie. Onze architecten bouwen wereldsteden en onze ingenieurs houden die droog. Nu is het tijd om datzelfde te doen voor slimme regio’s, steden en dorpen. En dat kunnen we alleen maar samen doen.

Samen verbinden we de slimme duurzame regio’s, steden en dorpen in de wereld

Nederland kent een sterke stedenbouwkundige en ruimtelijke traditie. Al sinds de late middeleeuwen zijn onze steden en waterwerken wereldwijd bekend en beroemd. Niet voor niets bestaat het gezegde ‘God schiep de aarde, behalve Nederland, want dat deden de Nederlanders zelf.’ Met die instelling zijn we de afgelopen eeuwen samen grote problemen in ons land te lijf gegaan. We vochten tegen het water en gingen zorgvuldig om met de schaarse ruimte in onze steden en op het platteland. Het maakte ons tot een succesvol land en zorgde ervoor dat toen het water ons aan de lippen stond, we dachten in oplossingen. Dat succes is verankerd in ruimtelijk beleid en samenwerking. Zelfs onze politieke cultuur, het poldermodel, is daarop geënt. De kern van het poldermodel is dat we samen grote problemen oplossen om zo ruimte te kunnen creeëren voor eigen geluk.

In die traditie zetten we nu de volgende stap door gebruik te maken van de kansen die digitalisering en technologisering ons bieden om de grote opgaven in ons land aan te pakken. Want die zijn er. Het water staat ons weer aan de lippen. Er is voor het eerst in decennia sprake van woningnood. Dit zouden we kunnen oplossen door binnenstedelijke verdichting, maar dat levert een te grote mobiliteitsdruk op. We staan voor een energietransitie, moeten antwoorden vinden op de gevolgen van de klimaatverandering en een circulaire economie opzetten. Daarbij lopen we tegen urgente problemen aan zoals de stikstofproblematiek. Door de inflatie is het leven voor een groeiende groep Nederlanders in korte tijd veel duurder geworden, waardoor de toch al aanwezige kansenongelijkheid in de samenleving verder groeit. Er zijn steeds grote problemen in het sociaal domein en de zorg waar het aanbod van hulp niet kan meestijgen met de vraag. En dan zijn er ook nog onverwachte opgaven zoals de coronapandemie en de opvang van vluchtelingen. Al die opgaven moeten worden opgelost door steeds minder mensen, want er is bijna geen markt die niet te maken heeft met personeelstekort, en in een tijd van politieke instabiliteit. De combinatie van opgaven is zo complex dat we alle instrumenten moeten gebruiken om het op te lossen. Dus ook de kansen die digitalisering en technologisering ons bieden. Daarbij beïnvloeden al die opgaven elkaar. Het is geen rijtje, maar een wirwar. Die kunnen we alleen maar oplossen in samenhang en vanuit flexibiliteit.

Onze uitgangspositie om die kansen te benutten is sterk. De afgelopen jaren heeft Nederland vooropgelopen in een opgavegerichte benadering van slimmestadontwikkelingen. We hebben een visie en aanpak ontwikkeld voor inclusieve, burgergerichte en door de gemeenschap geleide slimmestadsontwikkeling. We hechten veel waarde aan oplossingen waarbij de mens centraal staat. In tegenstelling tot de techgedreven smartcitybenadering, die wordt gekenmerkt door technologische overdreven afhankelijkheid en oplossingsgerichtheid, stelt het Nederlandse model maatschappelijke uitdagingen voorop, waarbij technologie en innovatie worden gebruikt als een middel om een doel te bereiken.

Dat doen we niet alleen, maar samen. De afgelopen tien jaar zijn sterke ecosystemen opgebouwd waar overheden, bedrijven, academische instellingen en het maatschappelijk middenveld in samenwerken. Belangrijke hubs daarin zijn Amsterdam Smart City, BTG en de Future City Foundation. De twee City Deals en het DMI Ecosysteem zorgen voor borging met het Rijk. Daarnaast zijn er sterke regionale hubs ontstaan, vaak rondom thema’s. Denk aan Brightlands Smart Services Lab in Zuid-Limburg, Earth Valley in de regio Amersfoort en de Smart Zwolle Alliantie.

Vanuit die netwerken laat Nederland ook zien dat het zich inzet om deze gezamenlijke aanpak internationaal te bevorderen, door actief te promoten en deel te nemen aan wereldwijde netwerken en initiatieven die gericht zijn op het leren van andere steden, het delen van ervaringen en het gezamenlijk aanpakken van stedelijke uitdagingen.

Bovendien hebben we nagedacht over wat de impact is van digitalisering: door digitalisering en technologisering worden alle objecten en gebruikers daarvan in het fysieke domein met elkaar verbonden tot een intelligent netwerk. Dat betekent dat alle onderdelen van die fysieke ruimte, en alle mensen die daar zijn, met elkaar kunnen communiceren. Hierdoor wordt afstand tussen regio’s, steden en dorpen veel minder relevant en wordt de samenleving veel flexibeler. De verwachting is dat er daardoor meer behoefte komt aan betekenisvolle en uitgesproken plekken die door groepen mensen als aangenaam worden ervaren, want als de samenleving erg flexibel wordt, zijn mensen in principe bij voorkeur op de plek die ze op dat specifieke moment het aangenaamst vinden. En hoe we willen dat mensen daarin samenleven: Digitalisering en technologisering moeten bijdragen aan een samenleving waarin iedereen in vrijheid kan leven en dat het moet leiden tot het versterken van de democratie. Die samenleving moet veilig zijn met een betrouwbaar maatschappelijk verkeer. Dat is niet altijd vanzelfsprekend of eenvoudig: ontwikkelingen door digitalisering en technologisering kunnen deze vrijheid en democratie ook bedriegen. Daarom moeten de ethische dilemma’s die door het Rathenau Instituut zijn benoemd in het rapport ‘Opwaarderen’ in acht worden genomen. Dat zijn: privacy, autonomie, veiligheid, controle over technologie, menselijke waardigheid, rechtvaardigheid, machtsevenwicht.

De vraag is hoe we de kansen die er liggen benutten om de grote opgaven aan te pakken. Het antwoord: zoals we dat in ons land gewend zijn te doen: via het poldermodel. Maar dan wel een poldermodel dat past bij deze tijd.

Net als het traditionele poldermodel begint dat met het samen opstellen van gemeenschappelijke afsprakenstelsel voor het gebruik van nieuwe (data)technologie waaraan ‘de polder’ zich conformeert. Binnen het DMI Ecosysteem wordt hieraan gewerkt, maar ook daarbuiten ontstaan gemeenschappelijke afspraken. Bijvoorbeeld bij DigiGo of op Europees niveau. Een afsprakenstelsel verleent de gebruikers van de platformfunctionaliteiten de vereiste mate van vertrouwen, vindbaarheid, kwaliteitsmeting en -borging, navolgbaarheid van transacties en compliance. Het maakt de markt transparant en zorgt daardoor voor groeikansen. Om te zorgen voor bekendheid met elkaar en onderlinge kruisbestuiving, zijn afspraken nodig over de governance. Hierin speelt het Rijk, als centrale overheid, een belangrijke kaderstellende rol.

Het afsprakenstelsel faciliteert hiermee het netwerk en de samenhang tussen de puntoplossingen die tot nu zijn gepresenteerd. Het ontsluit, verbindt en verrijkt de kennis op de knooppunten en levert het inzicht om de wirwar van opgaven op te lossen. Als dat inzicht zo actueel mogelijk is, maakt het ons flexibel. 

Vanuit die gemeenschappelijke afspraken kunnen marktpartijen en publiek-private consortia nieuwe producten en diensten ontwikkelen. De toepassingen leveren een concrete bijdrage aan de doelstellingen op het gebied van mobiliteitsvernieuwing en slimme, duurzame verstedelijking. Ze maken daarbij gebruik van de beschikbare data en intelligentie van ecosysteem of leveren data en kennis via het ecosysteem aan deelnemende partijen. Hierdoor ontstaan nieuwe economische kansen.

Dat leidt tot nieuwe stedenbouwkundige oplossingen en een volgende stap in de Nederlandse stedenbouwkundige traditie. Wij willen laten zien dat Nederland nu de leefbare regio’s, steden en dorpen van de toekomst bouwt. Daarin worden de kansen van nieuwe technologie benut, maar onze stedenbouwkundige traditie niet vergeten. Daarin telt iedereen mee en is niemand digibeet. Daarin maken we gebruik van door onze marktpartijen en publiek-private consortia ontwikkelde producten en diensten.

Dat is het exportproduct dat wij in Barcelona laten zien.