Waarom wij werken aan smart stedenbouw


We leven in een interessante tijd. De opkomst van technologisering en digitalisering verandert de manier waarop we leven en dus ook de regio’s, steden, dorpen en gemeenschappen waarin we leven. Dat gebeurt met een impact die vergelijkbaar is met de uitrol van elektriciteit en met een ongekende snelheid. Dat biedt mooie kansen om de steeds complexere uitdagingen van onze steden en dorpen op een nieuwe manier op te lossen en de stad duurzamer te maken, efficiënter te laten functioneren en leefbaar te houden. En het gebeurt hier en nu. In het project Smart Stedenbouw onderzoeken we hoe door technologisering en digitalisering deze verandering plaats vindt. Waarom doen we dit? En hoe ziet volgens ons de toekomst van de stad eruit?

Wij willen dat onze regio’s, steden, dorpen en gemeenschappen leefbare plekken zijn. Wij willen dat we ons samen in vrijheid kunnen ontplooien in een gezonde, schone en aantrekkelijke omgeving. Dat wilden we altijd al. Maar door technologisering en digitalisering verandert de manier waarop dat gebeurt. Wij willen dat nieuwe technologie leidt tot vooruitgang. Dat ze wordt ingezet om de grote opgaven waar we ons voor gesteld zien op te lossen, op de meest moderne manier. We kijken daarbij onder meer naar het ‘Kabinetsperspectief NOVI’ dat in oktober 2018 is verschenen en waarin het Kabinet de volgende urgente opgaven benoemt:
1 – Klimaatverandering en energietransitie – We hebben ruimte nodig om onze klimaatambities waar te maken. Om stappen te zetten voor de noodzakelijke verduurzaming van onze energievoorziening is het bijvoorbeeld nodig om meer windmolens te plaatsen.
2 – Verstedelijking – Door de groei van de economie en de bevolking zien we een sterke toename van files, toenemende drukte in het OV, lange wachtlijsten en hogere woningprijzen. We moeten woningen bouwen op de juiste plekken en tegelijkertijd de bereikbaarheid en leefbaarheid op orde krijgen.
2- Landbouw en landelijk gebied – Met het uitbrengen van de landbouwvisie kunnen we niet wachten met richtinggevende ruimtelijke keuzes om de hiervoor noodzakelijk transitie in gang te zetten.
We willen technologisering en digitalisering inzetten om deze opgaven aan te pakken. We geloven dat we door inzet van nieuwe technologie sneller tot betere oplossingen voor deze problemen kunnen komen. Interactief monitoren biedt bijvoorbeeld een extra hulpmiddel om te zien waar je stad staat en dus waar de verbeterpunten zich bevinden. Dat is technologische vooruitgang. Maar dat gaat niet vanzelf. Ook deze technologie moet worden ontworpen en worden ingepast in het stedenbouwkundig weefsel, vraagt om ruimte en zal het straatbeeld beïnvloeden. En het stelt ons voor bestuurskundige vragen. Wie wordt de eigenaar van deze cruciale infrastructuur en onder welke voorwaarden?


We moeten de risico’s begrijpen

Het brengt ook risico’s en bedreigingen met zich mee. We zien de voorbeelden om ons heen. Hoe de taxiwereld verandert met dodelijke verkeersongelukken als gevolg. Hoe woonhuizen tijdelijke hotels worden en hoe dat de leefkwaliteit van de buurt aantast. We zien de gevolgen van online shoppen in binnensteden en in woonwijken. We merken dat de arbeidsmarkt sterk flexibiliseert, wat zowel prettig als onaangenaam kan zijn. We zagen hoe het begrip privacy een nieuwe lading kreeg. We weten dat technologisering onbarmhartig rechtlijnig kan worden ingericht. Dat vraagt om een goed maatschappelijk debat in de samenleving, waarin we waarden en normen herdefiniëren en risico’s begrijpen. Een debat met en door inwoners en gebruikers van onze steden en dorpen. Het vraagt ook om een politiek debat in gemeenten, provincies en de Tweede Kamer. Want we hebben nieuwe kaders en nieuwe regels nodig, die uiteindelijk worden vastgesteld door politici die weten waar ze het over hebben.


We willen de leefbaarheid verbeteren

Wij werken aan ‘smart stedenbouw’ omdat we geloven dat de leefbaarheid in regio’s, steden, dorpen en gemeenschappen kan verbeteren door technologisering en digitalisering. Het begrip ‘leefbaar’ krijgt een nieuwe invulling. Ten eerste omdat we er andere eisen aan stellen. Bijvoorbeeld omdat we – heel praktisch – overal verbinding met het internet verwachten. Maar ook omdat we als gevolg van de constante verbondenheid die daardoor ontstaat op een nieuwe manier met de ruimte omgaan. Wonen, werken, recreëren, verplaatsen, ontmoeten: we zullen het blijven doen, maar op een manier die een antwoord is op – en een gevolg van – de veranderingen door technologisering en digitalisering. Omdat we door technologisering en digitalisering andere eisen stellen aan alles om ons heen. Het feit dat we altijd verbonden zijn met elkaar en met een ongekend grote hoeveelheid informatie, maakt ons erg flexibel in ons gedrag. Het maakt het mogelijk dat alles, altijd, overal kan. En voor wie er gebruik van kan maken, draait het steeds meer om de vraag waar hij of zij is en wat hij of zij daar doet. Als ik alles, overal kan doen, waar doe ik het dan?
Of andersom: wat doe ik waar? De buitenruimte wordt steeds meer de ruimte buiten het internet en buiten de apparaten die toegang geven tot het internet. De buitenruimte biedt wat niet vervangen kan worden op het internet. De geur van de lente, de zon de opkomt boven de straten van de historische binnenstad, de collectieve vreugde in het stadion na een prachtig doelpunt. Dat leidt er toe dat als we in die buitenruimte zijn, we bewust bezig zijn met die ruimte en we daarvan willen genieten. Elk op onze eigen manier. Daardoor stellen we hogere eisen aan de buitenruimte en dat biedt de aanleiding tot een kwalitatief hoogwaardige inrichting van onze ruimte. Tot een betekenisvolle stedenbouw die heeft als doel om betekenisvolle interactie tussen mensen te veroorzaken. Steden en dorpen blijven zo de plekken vol ontmoetingen die ze al eeuwen zijn. En waarvan we willen dat ze dat zijn. Maar waarin er ook nieuwe manieren ontstaan waarop die ontmoetingen tot stand komen, waarin het dorpsplein is verrijkt met Pokémon Gyms en het flirten op het terras met Tinderromances.

Vak van stedenbouwer verandert
De invulling van leefbaarheid verandert ook omdat het proces om daar te komen verandert. Als digitalisering en technologisering immers alles veranderen, verandert ook het vak van de stedenbouwer zelf. In ons project definiëren we dat op een ruime manier. Het gaat ons om de manier waarop we de ruimte besturen, ontwerpen, inrichten en beheren. Een verandering die in ons land wordt versterkt door de Omgevingswet die meer ruimte biedt voor particuliere ideeën en initiatieven. Een wet die kaders stelt in plaats van uitkomsten voorschrijft. Die uitgaat van samenwerking. En zo goed aansluit op de beschreven veranderingen door technologisering en digitalisering.
Wij werken aan ‘smart stedenbouw’ omdat we grip willen hebben op de manier waarop het vak verandert. En omdat willen begrijpen hoe de uitkomsten van het stedenbouwkundig proces veranderen. Omdat we technologisering en digitalisering zo willen inzetten dat het leidt tot leefbare regio’s, steden, dorpen en gemeenschappen. Rekening houdend met nieuwe ethische dilemma’s en nieuwe bestuurskundige vragen. We willen nadenken over de vraag hoe op een nieuwe manier ontwerpen, organiseren, bouwen en beheren.
Wij willen begrijpen hoe we kunnen voorkomen dat Utopia Dystopia wordt.
Wij kiezen daarbij voor het eerste. Voor de vooruitgang.
Want deze nieuwe ronde biedt nieuwe kansen. Die willen we grijpen.

Wilt u betrokken zijn bij dit project? Lees dan de verslagen en blogs, volg ons via onze site, social media en in Stadszaken.nl. Of kom naar onze evenementen. Of wordt partner van het project. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Jan-Willem Wesselink via jan-willem@future-city.nl of T0628638426.