Wifi: tellen of tracken, wat mag er?


Door Demi van Weerdenburg

Eind 2018 stelt de privacyautoriteit AP zich kritisch op tegenover het zogenaamde wifitracking. Gemeenten worstelen met de wifisensortechnologie, beschikbare data en privacyissues om op basis van uw bezoek aan de stad een beleid op te stellen. Waarom zouden gemeenten u nog willen tellen?

Hoe gebruiken bezoekers mijn binnenstad? Waar lopen ze? Waar blijven ze staan? En waarom? Voor gemeenten is het belangrijke informatie om te beslissen hoe de gemeente moet worden ingericht. En daarom werden de handmatige tellingen die decennia geleden werden gedaan, vervangen door het tellen van wifisignalen. Maar hoe ver mag je daarin gaan?

‘Het is een groot goed om je in het openbaar onbespied te wanen’, aldus de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). En daarom is het volgen van een wifisignaal, het zogenaamde wifitracking, alleen onder strikte voorwaarden toegestaan. Het MAC-adres dat gebruikt wordt voor wifitracking, is volgens de AP een indirect identificeerbaar persoonsgegeven. Enkel in heel specifieke periodes, afgebakende gebied en wanneer het echt noodzakelijk is mag wifitracking wel toegepast worden. Maar volgens de AP ‘… zijn er vrijwel geen redenen die het volgen van het winkelend publiek of reizigers rechtmatig maken’. Bovendien stelt de AP dat er alternatieven mogelijk zijn.

Dit is een voorpublicatie uit het boek ‘Een slimme stad, zo doe je dat – Verbonden, flexibel en betekenisvol; maak de echte future city’, van de Future City Foundation. Wilt u meer lezen? Klik hier om het boek (gratis) te bestellen.